Veel Nederlandse bedrijven komen in financiële problemen door de nasleep van de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne. We zoomen in op de situatie van een tentenbouwer, een horecaondernemer en een bakker.
Uit cijfers van de Kamer van Koophandel blijkt dat maar liefst 13 procent van de Nederlandse ondernemers financiële problemen heeft door de coronacrisis. Een deel van hen denkt erover om te gaan stoppen. Voor een deel dreigt faillissement. In totaal heeft het mkb 20 miljard euro aan belastingschuld opgebouwd om de coronamaatregelen op te kunnen vangen. Hoe ziet dat er in de praktijk uit?
10 jaar lang schulden afbetalen
Bij individuele ondernemers is deze schuld soms heel hoog opgelopen, zoals bij tentenbouwer Martijn van den Broek van Van Ham Tenten & Podia. Hij heeft anderhalf miljoen euro schuld bij de Belastingdienst. Normaal bouwt zijn bedrijf tenten en podia voor grote publieksevenementen in de hele Benelux, maar in coronatijd gingen die allemaal niet door. En kon hij dus geen omzet draaien.
Van den Broek twijfelt sterk of hij zijn bedrijf niet failliet moet laten gaan. Hij moet de komende 10 jaar namelijk al zijn winst gebruiken om zijn schulden af te betalen. Toch wil hij ook geen onrust veroorzaken bij zijn medewerkers, hij heeft vijftig mensen op de loonlijst staan. “Ik hoop echt dat de overheid een gedeelte gaat kwijtschelden. Bij voorkeur grofweg 50 procent van de schulden voor de zwaarst getroffen sectoren”, vertelt hij in opinieblad Forum.
Weinig boekingen, hoge prijsstijgingen
Patrick van Zuiden is eigenaar van vijfsterrengelegenheid Restaurant Hotel & Spa Savarin in Rijswijk. Hij zag zijn kamerbezetting in coronatijd van 85 naar 20 procent gaan. “Al in maart 2020 moesten we zo’n 15 van de 42 man personeel laten gaan. Het wankele lockdownbeleid was een drama”, vertelt ook hij in opinieblad Forum. Inmiddels gaat het met de boekingen weer aardig de goede kant op, maar krijgt hij te maken met stevige prijsstijgingen door de oorlog in Oekraïne. “Tarbot is zomaar 60 tot 70 procent duurder dan twee jaar geleden.” De grote vraag is of klanten dat wel willen betalen, of liever naar de McDonald’s gaan waar ze voor 25 euro kunnen eten.
Ondanks alle ellende is Van Zuiden heel betrokken bij de Oekraïense vluchtelingen. Hij heeft zijn hotel opgegeven als opvangplek voor vluchtelingen. Ze blijven vier tot vijf dagen in het hotel slapen om even bij te tanken, voordat ze naar een langdurige opvangplek gaan. “Het is ons aller taak om deze mensen zo lang als nodig is te helpen, onze morele plicht.”
Zelfs brood wordt (veel) duurder
De prijsstijgingen door de oorlog in Oekraïne zijn niet alleen voelbaar in de horeca, ook de bakker krijgt te maken met hogere prijzen voor grondstoffen. Zo ook Klaas Fuite, hij staat aan het roer van Bakkerij Fuite. Hij vertelde Opinieblad Forum dat op de dag van de Russische inval de graanprijzen en energieprijzen met 20 procent stegen. “Daar in Rusland zit natuurlijk iemand aan de kraan te draaien. En een heel groot deel van de tarwe, het graan, komt uit Oekraïne en Rusland.”
Fuite is van mening dat de prijs van brood wel moet stijgen. Waar een brood op dit moment nog ongeveer 1 tot 1,20 euro kost, verwacht de bakker dat die prijs gaat stijgen naar 1,50 tot 1,60 euro over een jaar. “Anders overleef je het niet als bakkerij. Deze extreme prijsstijgingen zijn niet meer te absorberen.”