Je ziet hen bij winkels, werkplaatsen en andere bedrijven: studenten die een deel van hun vakopleiding in de praktijk volgen. Het is een mooie praktische kant van de opleiding, en de overheid biedt werkgevers die een leerwerkplaats beschikbaar stellen een financiële tegemoetkoming die maximaal 2.700 euro per leerwerkplaats per schooljaar bedraagt.
Voor vmbo, mbo-bbl, hbo of promovendus
Voor een breed scala aan opleidingen kan gebruik gemaakt worden van de deze leerwerkplaatsen:
- vso-stagiaires in het voortgezet speciaal onderwijs
- pro-stagiaires in het praktijkonderwijs
- vmbo-leerlingen in het voortgezet beroepsonderwijs
- mbo-leerlingen die een Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen
- hbo-studenten in de richting Techniek, Landbouw of Natuurlijk omgeving en die een combinatietraject werken en leren (duaal en deeltijd) volgen
- werknemers die tijdelijk bij een universiteit of onderzoeksinstituut worden aangesteld om zich te bekwamen tot wetenschappelijk onderzoeker of technologisch ontwerper
- werknemers die promotieonderzoek doen op grond van een overeenkomst tussen een private werkgever enerzijds en een universiteit of instituut van de NWO of de KNAW anderzijds.
Als je als bedrijf een of meer leerwerkplaatsen wilt aanbieden moet je erkenning aanvragen. Voor vmbo en mbo doe je dat bijvoorbeeld bij SBB.
Waar moet je nog meer aan denken bij de Subsidie praktijkleren?
Je kunt de Subsidie praktijkleren niet het hele jaar door aanvragen. De aanvraagperiode sluit doorgaans aan op het schooljaar. Zo kun je voor het schooljaar 2021-2022 Subsidie praktijkleren aanvragen van 2 juni tot en met 16 september 2022 bij RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Bij de subsidie Praktijkleren hoort ook een administratie. Het is belangrijk om dit zorgvuldig bij te houden, want de subsidieverstrekker kan ernaar vragen voor een controle.