Opinieartikel door Rosa d’Adelhart Toorop, beleidssecretaris Pensioenen bij VNO-NCW en MKB-Nederland
Met de internetconsultatie over de Regeling vrijstellingen Wet Bpf 2000 heeft het ministerie van SZW een volgende stap gezet in de implementatie van de Wet toekomst pensioenen. Voor werkgevers die vrijgesteld willen blijven van aansluiting bij een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds is dat belangrijk. Maar de gekozen uitwerking van de actuariële gelijkwaardigheidstoets werpt serieuze drempels op die niet stroken met de doelstellingen van de regeling.
In het nieuwe pensioenstelsel draait alles om premieregelingen. De zekerheden uit het oude stelsel maken plaats voor transparantie over premie-inleg. En precies daarom is het onbegrijpelijk dat in deze lagere regelgeving een ingewikkelde actuariële toets wordt geïntroduceerd die gebaseerd is op een verondersteld pensioenresultaat. Alsof we in een tijd leven waarin pensioenuitkomsten nog voorspelbaar zijn.
We zien dat deze toets, zoals nu voorgesteld in de consultatietekst, de facto de mogelijkheid tot vrijstelling voor veel werkgevers ernstig beperkt of zelfs uitsluit. Het risico bestaat dat uitvoeringscomplexiteit en kosten zo hoog worden dat vrijstelling geen realistische optie meer is. Dit raakt met name kleinere werkgevers die hun regeling bij een verzekeraar of premiepensioeninstelling hebben ondergebracht.
Daarbij komt dat de actuariële toetsing zoals die te lezen valt in de consultatietekst leidt tot ongewenste prikkels. Werkgevers worden gestuurd naar een risicovoller beleggingsbeleid om “gelijkwaardigheid” aan te tonen. Dat staat haaks op een van de fundamenten van het nieuwe pensioenstelsel: het centraal stellen van de risicohouding van deelnemers. Keuzevrijheid en maatwerk voor deelnemers komen zo in het gedrang.
Dat kan niet de bedoeling zijn. In een systeem waarin premie-inleg leidend is, zou een goed uitgewerkte financiële toets moeten volstaan. Die is transparanter, eenvoudiger uit te voeren en rechtvaardiger, zeker als het gaat om de toetsing van gelijkwaardigheid tussen twee premieregelingen. Sterker nog: het hanteren van alleen een financiële toets zou het draagvlak onder het verplichtstellingsstelsel versterken, in plaats van ondermijnen.
VNO-NCW en MKB-Nederland roepen het ministerie dan ook op om de actuariële gelijkwaardigheidstoets uit de Regeling te schrappen. Als er desondanks wordt vastgehouden aan de aanvullende actuariële toets, dan moet deze in elk geval eenvoudig, betaalbaar en proportioneel zijn. En altijd optioneel. Alleen dan wordt recht gedaan aan de uitgangspunten van de Wet toekomst pensioenen.
