Raimond Schikhof is sinds 2001 directeur pensioenzaken bij Randstad Groep. Hij is onder andere projectleider en contactpersoon vanuit de werkgever met het ondernemingspensioenfonds Flexsecurity. Over de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel stelden wij Raimond een aantal vragen.
Wat betekent de Wet toekomst pensioen voor jou als werkgever c.q. brancheorganisatie?
De Wtp gaat in de uitzendsector leiden tot grote veranderingen voor onze werkgevers, opdrachtgevers en werknemers. De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel valt in onze sector samen met een sterke inhoudelijke verbetering van de pensioenregeling. Het doel is om een marktconforme pensioenregeling te bieden. De werkgevers en werknemers gaan aanzienlijk meer betalen voor een beter pensioen. Opdrachtgevers zullen dat gaan merken in de tarieven die zij gaan betalen. Aan de ene kant vereist dat een goede uitleg aan alle betrokkenen, aan de andere kant maakt het duidelijk dat ook in dit opzicht de uitzendsector een volwaardige werkgever is.
Wat is voor jou als werkgever/in jouw branche het belangrijkste in de Wet toekomst pensioenen?
De veranderingen in de pensioenregeling zelf zijn, afgezien van een flinke verhoging van de premie, voor ons niet zo groot. We hadden al 25 jaar een pensioenregeling op basis van beschikbare premie. Met de overgang naar een flexibele premieregeling verandert daar niet veel aan. We schaffen onze huidige twee pensioenregelingen af en vervangen deze door één, inhoudelijk betere regeling waar iedere werknemer tussen de 18 en 67 jaar aan meedoet. Het nabestaandenpensioen is een stuk hoger geworden en geldt nu voor iedereen. Door deze aanpassingen wordt de regeling duidelijker en beter uitlegbaar. De overgang naar de nieuwe regeling zelf is voor onze sector niet zo spannend. Omdat we in de bestaande regelingen al werkten met persoonlijke pensioenkapitalen, blijven deze in principe ongewijzigd. Wel gaan onze deelnemers waarschijnlijk een kleine ‘invaarbonus’ ontvangen. Die is bescheiden vergeleken bij de meeste andere pensioenfondsen die per 1 januari a.s. invaren.
Waar ben je nu mee bezig in de transitie?
We staan aan de vooravond van de transitie die per 1 januari 2026 gaat plaatsvinden. Er is in het afgelopen jaar door de uitvoerders veel werk gestoken in het opstellen van de implementatieplannen en het verkrijgen van de vereiste beschikking van De Nederlandsche Bank. Dat is allemaal tijdig gelukt en de ‘invaarcommunicatie’ is inmiddels ook tijdig verzonden. Op dit moment ligt de focus voor werkgevers vooral op het geven van uitleg over de wijzigingen in de pensioenregeling aan onze werknemers en opdrachtgevers. Hoe dan ook gaat het een intensieve tijd worden.
Welke andere partijen heb je betrokken bij de implementatie?
Naast het overleg tussen de sociale partners lag in 2025 de focus vooral bij de pensioenuitvoerder en de betrokken uitvoeringsorganisaties. We merkten dat de praktische mogelijkheden en onmogelijkheden in de pensioenuitvoering grotendeels bepalend zijn voor de realisatie van de ambities. Anders dan in veel andere sectoren zijn er geen latere aanpassingen van het transitieplan doorgevoerd om de beschikking van DNB te kunnen verkrijgen. Dat heeft veel te maken met de specifieke aspecten van onze transitie. In onze sector hebben we weinig gepensioneerden. Er is dan ook geen participatie van gepensioneerdenverenigingen geweest.
Op welke manier zijn werkgevers in jullie sector betrokken bij de implementatie van het pensioenakkoord?
We hebben als sector een lange weg afgelegd om te komen tot de huidige pensioenregeling. Daarbij ging het meer om de inhoudelijke verbetering van de regeling dan om de transitie. Dat was dus echt een arbeidsvoorwaardelijk vraagstuk. In nauwe samenwerking met de uitvoerder is het transitieplan tot stand gekomen. Daarbij is meer aandacht besteed aan de specifieke details rond de implementatie
Hoe communiceren jullie als werkgever met medewerkers over de transitie?
In een sector met vooral jonge werknemers is de verhoging van de eigen bijdrage voor de deelnemers veruit de meest in het oog springende wijziging. De hogere waarde van de pensioenregeling is iets wat voor de meeste werknemers – die meestal maar korte tijd in de regeling pensioen opbouwen – een ver-van-mijn-bed-show zal zijn. We leggen daarom de nadruk op de effecten voor het nettoloon. Ook proberen we de verbeteringen in de regeling onder de aandacht te brengen.
Wat is je opgevallen?
We hebben ons het meest verwonderd over de moeizame wijze waarop de wetgever en de toezichthouder zich hebben ingesteld op pensioenregelingen en situaties die afwijken van de gemene deler. Bij de concretisering van de plannen bleek dat alle regelgeving en toezicht volledig afgestemd was op de standaardsituatie van het omzetten van een uitkeringsovereenkomst naar een premieovereenkomst. Over afwijkende situaties was niet nagedacht. Dit heeft tijdens het traject tot merkwaardige situaties geleid. Zo was er op enig moment sprake van dat wij de pensioenkapitalen in de huidige regeling zouden moeten omrekenen naar aanspraken om vervolgens weer met een omrekening in te kunnen varen naar kapitalen in het nieuwe stelsel. Waar dan vervolgens niet dezelfde kapitalen uit zouden komen als wat erin gestopt werd. Dit was wat ons betreft onuitlegbaar. Maar het heeft twee jaar geduurd voordat dit ook daadwerkelijk leidde tot aangepaste regelgeving.
Welke tips wil je collega werkgevers meegeven?
Voor werkgevers die nog wat minder ver zijn in het proces; begin op tijd! Vrijwel iedereen onderschat het traject en de tijd die afstemming met de verschillende partijen vergt. Werk verder nauw samen met de pensioenuitvoerder. Dat is de partij die het uiteindelijk allemaal moet waarmaken en helaas is lang niet alles mogelijk. En tot slot: neem de communicatie naar werkgevers en deelnemers vanaf het eerste moment mee in het proces. Zeker nu een aantal fondsen de overstap naar het nieuwe stelsel heeft gemaakt, zullen er steeds meer vragen komen over hoe het met hun pensioen zit. Wees dat zoveel mogelijk voor en communiceer daarbij concreet en in begrijpelijke taal over wat het voor werkgevers en werknemers gaat betekenen.
