Jongeren een goede start geven op de arbeidsmarkt, dat is de belangrijkste drijfveer van ondernemers om stagiairs een plek te bieden. Dat blijkt uit een enquête van VNO-NCW en MKB-Nederland onder ruim 1.100 respondenten over mbo-stages. Een ruime meerderheid van de bedrijven betaalt de stagiair dan ook een stagevergoeding, meestal tussen de 200 en 500 euro per maand.
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het Stagepact, dat in 2023 werd ondertekend door onder andere VNO-NCW, MKB-Nederland, de MBO Raad, SBB en het ministerie van OCW. Daarin staan afspraken om mbo-stages verder te verbeteren, onder meer op het gebied van stagebegeleiding, stagediscriminatie en passende vergoedingen. Twee jaar na de ondertekening hebben de ondernemersorganisaties in samenwerking met Kieskompas onderzocht hoe stagebedrijven ervoor staan.
Daarom investeren in stagiairs
Veel ondernemers willen iets betekenen voor de nieuwe generatie en gunnen jongeren een goede start op de arbeidsmarkt, uit idealisme. Maar investeren in stagiairs is ook gewoon slim. Zeker in deze krappe arbeidsmarkt is een stage een kans om alvast kennis te maken met mogelijk toekomstig personeel. En die frisse blik van jong talent levert vaak ook nog eens verrassend veel op.
Vergoeding is de norm
De meeste ondernemers geven hun stagiairs een stagevergoeding. Bijna 85 procent betaalt tussen de 200 en 500 euro per maand. Soms krijgen alle stagiairs hetzelfde bedrag, soms hangt het af van de opleiding of ervaring.
Slechts een klein deel geeft alleen een onkostenvergoeding of geen vergoeding, meestal omdat het simpelweg niet mogelijk is. Toch is de trend duidelijk: stagelopen wordt zowel letterlijk als figuurlijk gewaardeerd door werkgevers.
In het Stagepact is afgesproken dat iedere stagiair minimaal een vergoeding moet krijgen die de onkosten dekt. Uit het onderzoek blijkt dat veel bedrijven hier al aan voldoen en vaak méér doen.
Kom nog meer te weten
Benieuwd naar wat er verder uit het onderzoek kwam?
Lees het hele onderzoek