Deze site is een initiatief van VNO-NCW en MKB-Nederland

“Tuinbouw kan niet van het gas af zonder extra aansluitingen op het stroomnet”

Rochus van Tuijl vormt samen met zijn broer David en zijn zoon Leendert de directie van Linflowers in het Gelderse Zuilichem. Dit bedrijf kweekt jaarrond chrysanten in kassen op vier locaties die gezamenlijk ongeveer 22 hectare beslaan. Daarmee zet het familiebedrijf jaarlijks 60 miljoen ‘stelen’ in de markt. Energie is een absoluut onmisbare productiefactor bij Linflowers én voor de glas- en tuinbouw in Nederland als geheel. Reden dat Van Tuijl naast zijn bedrijf ook actief is als voorzitter Klankbordgroep Energie Glastuinbouwpact Bommelerwaard & Neerijnen. “Het is noodzakelijk dat TenneT over de eigen schaduw heen springt.”

Kweker Rochus van Tuijl luidt de noodklok voor zijn bedrijf en sector

Hoe ziet jullie energieverbruik eruit?

“We hebben sowieso belichting en warmte nodig om jaarrond te kunnen kweken. Anders groeit er weinig tijdens de koude, donkere dagen. De meeste elektriciteit wekken we zelf op met de WKK. Daar gaat aardgas in en daar komen elektriciteit, CO2 en warmte uit die we allemaal kunnen gebruiken. We opereren enorm efficiënt met gas en elektriciteit. Omdat we op een internationale markt concurreren met onze chrysanten, moeten we extreem goed letten op dergelijke productiekosten.”

“Het is onze angst dat we tijdens donkere dagen  niet meer kunnen belichten”

Wanneer zag je voor het eerst in dat netcongestie een probleem zou worden?

“Ik denk dat we rond 2021 doorkregen dat er echt problemen aankwamen. Dat jaar openden we een nieuwe locatie en daar had ik nog nét geluk met onze aansluiting, maar ik zag om me heen dat de ruimte op het net echt volledig was opgebruikt. Wij hadden al wel eerder van onze energieleverancier Liander gehoord dat er problemen zouden ontstaan in verband met de lokale netten, maar toen ging het nog over de omgeving van Schiphol waar verschillende datacenters werden gebouwd.”

“We zitten als sector vooral in onze maag met de verduurzamingsslag. Glastuinbouw Nederland heeft een convenant afgesloten met onze overheid om de uitstoot van stikstof te reduceren door ieder jaar minder gas te verbruiken. Zonder elektriciteit gaat dat niet. Dat vinden wij echt een hele zware opgave, want de overheid gaat ons wel, volgens afspraken die we zelf hebben getekend, extra belasten voor ons gasverbruik. Maar er is geen alternatief voor dat gas. We moeten dan óf de afspraken in het convenant terugdraaien, óf het energienet moet worden verzwaard. Andere oplossingen zijn er niet.”

Het klinkt alsof Liander al vroeg meedacht. Klopt dat?

“Ik heb niets dan lof voor de samenwerking met Liander. Zij deelden wat ze aan zagen komen en probeerden proactief aan de oplossingen te werken. We gingen als Glastuinbouwpact in 2019 met een afvaardiging van Liander bij alle collega’s hier in de buurt langs. We hebben ongeveer 400 hectare glastuinbouw hier in de Bommelerwaard, dus dat gaat om flinke hoeveelheden energie. Liander vroeg wat ondernemers in de toekomst nodig hadden, waarbij ze moesten meenemen dat ze dan ook geen gas meer gebruiken. Met die uitkomsten in het achterhoofd liet Liander hier het net verzwaren. Ze dachten erg ver mee. Alleen, zij staan ook met de rug tegen de muur nu TenneT heeft gezegd dat er niets meer bij kan op het net. Die mededeling kwam echt als een verrassing in 2021.”

Waarin kunnen kwekers sturen om energie te beheersen?

“Iedere kweker is specialist in energie. Zonder die kennis kun je geen bedrijf voeren dat internationaal concurrerend is, dus daar waren we al heel erg scherp op, dus veel besparingen of efficiëntieslagen kan deze sector niet meer maken op bedrijfsniveau. We kunnen wel nog beter samenwerken. Om dat te bereiken, hebben we de coöperatie Brakel-Zuilichem opgericht. Daarin zullen we alle bedrijven die mee willen doen elektrisch aan elkaar koppelen zodat we makkelijker vermogen uit kunnen wisselen. Als kweker A leververmogen over heeft en terugleververmogen te kort en kweker B zit met de omgekeerde situatie, dan kunnen ze binnen die coöperatie mooi afstemmen. Dat is nu nog onmogelijk omdat Liander dat niet toelaat. Wij willen afspreken dat we één hoofdmeter krijgen waar alle bedrijven in de coöperatie ‘achter’ zitten, zodat wij onderling stroom kunnen uitwisselen en in de toekomst misschien eigen windmolens kunnen plaatsen. Wij hebben allemaal enorm veel verstand van energie. Gezamenlijk zijn we echt in staat om onze piekbelasting goed te meten. Op dit moment werken we met Liander samen om de namen van alle deelnemers vast te leggen en te zien welke offerte Liander daarvoor kan neerleggen. Dan hopen we de volgende stappen te kunnen zetten.”

“Met overheden en Liander kunnen we over het algemeen goed praten”

Hoe ervaar je de rol van de overheden in dit dossier?

“Met de overheden valt over het algemeen wel te praten. Ik moet zeggen dat Glastuinbouw Nederland een goede ingang heeft. Zowel in Den Haag als in Brussel. Alleen je merkt dat er onderling vooral gewezen wordt naar de verschillende departementen. En dat is ontzettend frustrerend. Kijk, het ministerie van Landbouw snapt het probleem. Maar het ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft veel minder oog voor de problematiek van de tuinbouw. Dat is lastig. Met name omdat wij de strop van het convenant langzaam voelen aantrekken. In België en Duitsland zijn voor de tuinbouw uitzonderingen gemaakt rondom de bijmengverplichting voor groen gas. Als wij in Nederland niet dezelfde uitzondering krijgen, wordt het erg lastig om te concurreren op de internationale markt. Dan zie ik de eerste bedrijven wel omvallen tegen de tijd dat de extra belastingen daarop van kracht worden. Het is niet voor niets dat de chemiereuzen Nederland inmiddels verlaten. Dat heeft daarmee te maken. Ik ben wel eens bang dat er op de ministeries te weinig kennis van zaken is en dat ze daardoor de risico’s van de ondernemers niet volledig in kunnen schatten. Wij delen die kennis graag, dus iedereen is bij deze van harte uitgenodigd om langs te komen.”

“Ik merk dat TenneT het gewend is om op te leggen, niet om te overleggen”

Hoe gaat het overleg met netbeheerder TenneT?

“Met Liander trekken we echt samen op. Met TenneT is dat een heel ander verhaal, niet alleen met ons, ook met Liander communiceren zij nauwelijks. Ze zijn daar niet gewend om te overleggen, maar om op te leggen. Ik dring er wel eens bij Liander om beter met TenneT af te stemmen waar de knelpunten en pijnpunten in het net zitten, zodat ondernemers beter begrijpen waar we op kunnen rekenen de komende jaren. Dat lukt bijna niet. Terwijl TenneT wel de sleutel is naar de toekomst van ons stroomnet. Die zou ik echt willen oproepen over hun schaduw heen te springen en veel proactiever te communiceren, want wij kunnen niet investeren in oplossingen als we geen enkele duidelijkheid hebben over de toekomst.”

Wat zou jij ervan vinden als Liander start met verplichte deelname aan flexcontracten in Gelderland?

“Onze angst is dat dit betekent dat we op bepaalde donkere dagen niet meer kunnen belichten. Dat zorgt direct voor productieverlies in een bedrijfstak waar de marges al klein zijn. We hebben de discussie een beetje gehad toen de oorlog in Oekraïne uitbrak. Toen was er paniek op energiegebied en wilde de overheid een lijst aanleggen met bedrijven die afgeschakeld kunnen worden. Via branchevereniging Glastuinbouw Nederland konden we een beetje meekijken hoe die lijst eruitzag en dat was voor onze bedrijfstak wel beangstigend.”

Heb je een flexcontract overwogen?

“Nee. Niet op de manier zoals flexcontracten nu worden afgesloten: dat bedrijven hun flexibele vermogen moeten vastleggen in een overeenkomst. We zijn wel in gesprek met Liander om een ander soort contract af te sluiten, maar dan zien we vooral voor ons dat we binnen het grid onderling afspraken maken met andere kwekers. Daarin kunnen we meer coördineren en denken we graag mee. Een tijdje terug werd hier in Zaltbommel een ziekenhuis gebouwd, maar er was geen ruimte voor een nieuwe aansluiting. Toen zei ik tegen de gemeenteambtenaar: als Liander nou bereid is om met ons mee te denken, kan ik wel een ondernemer vinden die stroom overheeft. Die heb ik ook gevonden. Uiteindelijk is daar geen gebruik van gemaakt, maar het geeft denk ik wel aan hoe ver wij als tuinbouw willen meedenken met het algemeen belang. Wij zien ook wel in dat dit een maatschappelijk probleem is. Als we openstaan voor elkaar en met elkaar mee blijven denken, komen we er hopelijk wel uit.”


Wat is een flexcontract?

Een flexcontract is een overeenkomst tussen ondernemers en hun energieleverancier. Hierin is vastgelegd wanneer een ondernemer welk flexibel vermogen ‘over’ heeft. Ook geeft een ondernemer aan of het mogelijk is tijdens momenten van piekbelasting minder stroom te gebruiken om overbelasting van het net te voorkomen. Voor het beschikbaar stellen van vermogen dat een ondernemer niet gebruikt op piekmomenten, is een vergoeding beschikbaar. In de provincie Utrecht heeft netbeheerder Stedin deelname aan flexcontracten bij een aantal bedrijven al verplicht gesteld. Lees het interview met kwartiermaker Senja Boom van Stedin over deze verplichte deelname.


Ook interessant 

“Tuinbouw kan niet van het gas af zonder extra aansluitingen op het stroomnet”