Veelgestelde vragen over de KRW
De Kaderrichtlijn Water is een Europese wet die nodig is omdat het met de waterkwaliteit in heel Europa niet goed gaat. Zowel met het oppervlaktewater (rivieren, beken, plassen, etc.) als het grondwater. Water is van levensbelang voor mens, dier en natuur. Daarom stelt de KRW eisen aan de chemische en ecologische kwaliteit van het water. Overheden, bedrijven en burgers van alle Europese landen moeten actie ondernemen om het water voor eind 2027 aan de KRW-eisen te laten voldoen.
Bekijk de video van de waterschappen over het belang van een goede waterkwaliteit en de KRW.
De KRW eist dat de door de mens gemaakte chemische stoffen onder een bepaalde limiet blijven (chemische eis) en dat het water een goed leefmilieu is voor plant en dier (ecologische eis). Er staan twee principes centraal in de KRW:
- Verbeterplicht: de waterkwaliteit moet herstelt of verbeterd worden zodat voor eind 2027 een goede kwaliteit van het water wordt gerealiseerd.
- Achteruitgangsverbod: het is verboden om activiteiten uit te voeren die een blijvende achteruitgang van de waterkwaliteit veroorzaakt.
Om aan de KRW-eisen te voldoen hebben overheden, bedrijven en burgers in Europa veel werk te doen.
Unie van Waterschappen: ‘De KRW is niet uit luxe geboren, maar uit noodzaak’.
Uit onderzoek van Rijkswaterstaat blijkt dat er in Nederland 42 schadelijke chemische stoffen in ons water voorkomen. Dit zijn de KRW-stoffen. Het gaat om gewasbeschermingsmiddelen, biociden, diergeneesmiddelen, industriële chemicaliën, PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, deze komen o.a. vrij bij de productie van asfalt) en Anorganische stoffen. Voor sommige branches zijn alle 42 KRW-stoffen mogelijk relevant.
Voor meer informatie over deze stoffen: Stoffenlijst KRW impuls | Informatiepunt Leefomgeving.
42 KRW-stoffen
VISUAL
Voor de meeste branches zijn maximaal 16 KRW-stoffen mogelijk relevant:
VISUAL
In Nederland zijn er 23 branches die (mogelijk) gebruik maken van één of meerdere KRW-stoffen.
OVERZICHT BRANCHES
De 23 branches die (mogelijk) KRW-stoffen gebruiken, moeten extra maatregelen nemen op de 42 of 16 KRW-stoffen. Het liefst door deze KRW-stoffen bij de bron aan te pakken. Dat wil zeggen dat ze worden vervangen door duurzame alternatieven. Als dit niet mogelijk is, kan er wellicht minder van de stof worden gebruikt in het bedrijfsproces. Mochten er dan toch nog KRW-stoffen in het afvalwater zitten, kan gekeken worden of het een optie is om eerst zelf te zuiveren voordat afvalwater wordt geloosd via het riool of direct op het oppervlaktewater.
In veel gevallen is maatwerk nodig, afhankelijk van het bedrijfsproces, de stoffen waar mee wordt gewerkt, de emissies (het vrijkomen van stoffen in het milieu) en het riool of oppervlaktewater waarin de emissies terechtkomen. Om maatregelen te kunnen nemen, is het belangrijk om een volledig beeld te hebben van de eigen emissies.
Het is belangrijk dat je kijkt naar:
- Valt jouw bedrijf onder één van de 23 sectoren?
- Gebruik je één of meerdere KRW-stoffen?
- In welk oppervlaktewater loos je? (via het riool of rechtstreeks).
- Valt jouw afvalwater binnen de geoorloofde marges van dat oppervlaktewater?
- Is jouw vergunning- of meldingsplicht op orde is?
Dat zijn best veel vragen waar bedrijven niet zomaar een antwoord op hebben. Daarom hebben we de KRW Self Assessment tool ontwikkelt. Zowel directe als indirecte lozer krijgen via hun specifieke tool op Ondernemen.nl/krw hulp bij het snel inzicht krijgen in hun specifieke situatie en antwoord op alle bovenstaande vragen.
Voor lozingen op Rijkswateren of Regionale wateren is veel informatie te vinden op het informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Ook het bevoegd gezag kan informatie geven.
Voor lozingen op het riool kan een check worden gedaan in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Via het KRW Self Assessment op ondernemen.nl/krw, kun je vrij gemakkelijk nagaan of je een KRW-risico loopt, op welk oppervlaktewater je loost en welke KRW-stoffen in dat oppervlaktewater de gestelde norm overschrijden. Hiermee wordt direct duidelijk of jouw huidige lozingsvergunning actueel is of aangepast moet worden. Er is een aparte tool voor directe en indirecte lozers. We leggen ook uit welke documenten handig zijn om bij de hand te hebben als je deze tool gaat gebruiken.
Dit wordt gedaan aan de hand van de Algemene Beoordelings Methodiek (ABM). De ABM bestaat uit twee stappen:
Stap 1. Bronaanpak:
Voorkomen dat bepaalde stoffen via afvalwater in het oppervlaktewater worden geloosd zodat een zo klein mogelijke afvalwaterstroom overblijft die zo weinig als mogelijk milieubelastend is.
Stap 2. Minimalisatieverplichting:
In welke mate is zuivering van de afvalwaterstroom noodzakelijk voordat er geloosd wordt? De eventueel van toepassing zijnde emissiegrenswaarden worden hierbij meegenomen.
Meer over de ABM is te vinden op het Informatiepunt Leefomgeving. Als uit de ABM-toets blijkt dat jouw onderneming ondanks al jouw inspanningen toch nog te veel chemische stoffen loost, volgt de Immissietoets.
Als uit de ABM-toets blijkt dat jouw bedrijf nog te veel chemische stoffen loost moet er een Immissietoets gedaan worden. Hiervoor is het Handboek Immissietoets ontwikkeld dat te vinden is op het Informatiepunt Leefomgeving. Dit kan zowel het bedrijf zelf als het bevoegd gezag doen. Het vraagt wel enige kennis en ervaring met de immissietoets om deze als bedrijf goed te kunnen uitvoeren. Je kunt hiervoor een ervaren adviseur vergunningsverlening inhuren. Ook kun je navraag doen bij het bevoegd gezag.
Met de Immissietoets wordt beoordeeld of je als onderneming voldoende maatregelen hebt getroffen. Als dat zo is, wordt opnieuw de ABM doorlopen om te bepalen of een lozingsvergunning kan worden verleend.
Als we in Nederland niet voldoen aan de KRW-eisen in 2027 (en daarna), kan de Europese Commissie boetes uitdelen aan de Nederlandse overheid. Ook bedrijven kunnen boetes of dwangsommen krijgen als incidenten niet worden gemeld en bij herhaalde overschrijding van de KRW-normen. Bestaande lozingsvergunningen worden waar nodig herzien. Nieuwe vergunningen om te lozingen kunnen onmogelijk zijn.
Handhaving van de KRW kan dus de continuïteit of start van een bedrijf in gevaar brengen als ze niet voldoen aan de KRW-eisen in 2027. Daarnaast wordt de druk vanuit de maatschappij ook steeds groter om te zorgen voor schoner water en om verantwoord te ondernemen. Het is dus belangrijk om te zorgen dat je aan de KRW voldoet. Begin zo snel mogelijk zodat je zeker weet dat je KRW-proof bent in december 2027!
Wat is…
Directe lozingen: Sommige bedrijven lozen hun afvalwater als ze het zelf hebben gezuiverd, via een pijp direct op het oppervlaktewater of direct naar een RWZI (Rioolwaterzuiveringsinstallatie).
Indirecte lozingen: De meeste bedrijven in Nederland lozen op het riool. Dit kan direct het riool van de gemeente zijn of in het geval van een bedrijventerrein, via het riool van een ander bedrijf dat loost op het openbare riool. Via een RWZI (Rioolwaterzuiveringsinstallatie) wordt het gezuiverde afvalwater op het oppervlaktewater geloosd.
Er wordt in Nederland onderscheid gemaakt tussen Rijkswateren en Regionale wateren. Voor een bedrijf die afvalwater loost is het relevant om te weten op wat voor soort water hij loost, omdat het bevoegd gezag (de partij verantwoordelijk voor dit water en de eventueel benodigde vergunning) kan verschillen. Soms kan een bedrijf ook met verschillende bevoegde instanties te maken hebben.
Rijkswateren: dit is onder meer de zee, grote rivieren, het IJsselmeer en wateren die daarmee verbonden zijn. Een complete lijst is te vinden op: https://wetten.overheid.nl/BWBR0041278/2024-07-01#BijlageII. Voor Rijkswateren is Rijkswaterstaat de beheerder en dus het bevoegd gezag.
Regionale wateren: zijn alle waterlichamen die geen Rijkswater zijn. Komt het niet voor op de lijst met Rijkswateren, dan is het dus een Regionaal water. Een waterschap is hiervan beheerder en dus het bevoegd gezag. Ook voor de RWZI’s (waterzuiveringsinstallaties) zijn waterschappen het bevoegd gezag.
Via het KRW Self Assessment op ondernemen.nl/krw kun je achterhalen op welk waterlichaam je direct of via een RWZI loost en weet je dus wie het bevoegd gezag is.
Waar je op loost (direct of indirect) bepaald wie het bevoegd gezag is. In onderstaande tabel kun je terugvinden wie het bevoegd gezag is in jouw geval.
| Waarop vindt de lozing plaats? | Soort lozing | Soort activiteit volgens de Omgevingswet | Bevoegd gezag? | |
| 1 | Oppervlaktewater in beheer van Rijkswaterstaat (rijkswater) | Direct | Lozingsactiviteit | Rijkswaterstaat (RWS) |
| 2 | Oppervlaktewater in beheer van een waterschap (regionaal water) | Direct | Lozingsactiviteit | Waterschap |
| 3 | RWZI (of op de persleiding hiervan, zonder tussenkomst van een openbaar riool) | Direct | Lozingsactiviteit | Waterschap |
| 4 | Openbaar riool | Indirect | Milieubelastende activiteit (mba) | Omgevingsdienst (namens gemeente of provincie) |
| 5 | Particuliere riool dat uitkomt op het openbaar riool | Indirect | Milieubelastende activiteit (mba) | Omgevingsdienst (namens gemeente of provincie) |
Omdat er veel verschillen bestaan tussen de verschillende oppervlaktewateren, worden de KRW-eisen per waterlichaam beoordeeld. Lozen in de drukbevaren Maas is iets anders dan lozen in een vennetje in een Natura 2000-gebied. Van alle wateren wordt ieder jaar (rond september) het gehalte van chemische stoffen gemeten en vastgelegd in een factsheet op het Waterkwaliteitsportaal.
Deze factsheets zijn ook opgenomen in de KRW Self Assessment op ondernemen.nl/krw. Zowel voor directe als indirecte lozingen. Je kunt dan direct zien wat de kwaliteit is van het oppervlaktewater waarop je loost (direct of indirect). Dit is belangrijk omdat het de lozingsruimte bepaalt die er nog is en voor welke KRW-stoffen.
De huidige toestand van alle wateren is ook te vinden op https://www.waterkwaliteitsportaal.nl/krw-factsheets
Emissies zijn stoffen die vrijkomen in het milieu. Denk aan gassen, vloeistoffen, deeltjes of warmte. Of de emissie schadelijk is, is afhankelijk van de aard van de stof en de concentratie. Emissies vinden plaats tijdens het bedrijfsproces, maar ook al bij leveranciers of bij het gebruik van producten. Met andere woorden: in de gehele keten.
Het is zaak om alle emissies te inventariseren en te meten. Grote bedrijven hebben hiervoor eigen expertise in huis of huren deze in. Kleinere bedrijven kunnen ook expertise inhuren of overleggen met het bevoegd gezag (vooroverleg genoemd bij vergunningaanvragen).
We moeten er in Europa rekening mee houden dat de lijst met KRW-stoffen langer wordt in de toekomst. Ook de normen worden in de toekomst strenger en lozingsruimtes kleiner. Welke ontwikkelingen zien we nu al aankomen:
- Uiterlijk 2033 worden voor een aantal van de huidige 42 KRW-stoffen de normen aangescherpt.
- Per 2039 worden meer stoffen aan de KRW-stoffenlijst toegevoegd (bestrijdingsmiddelen, biociden en geneesmiddelen).
- De normen voor PFAS worden aangepast.
- Oppervlaktewater: 4,4 ng/L (som van 25 PFAS in PFOA-equivalenten).
- Grondwater: 4,4 ng/L voor de som van 4 PFAS (PFHxS, PFOS, PFOA en PFNA) en een bredere norm in lijn met de Drinkwaterrichtlijn.
- De temperatuur van lozingswater is nu op maximaal 28 graden Celsius gesteld. Het voornemen is dit tot 25 graden Celsius te verlagen. Deze strengere norm heeft in de zomerperiode grote gevolgen voor bijvoorbeeld bedrijven die koelwater lozen.
- Er is om meer flexibiliteit gevraagd door meerdere EU-landen met betrekking tot:
- tijdelijke achteruitgang van een waterlichaam: Dit is nu verboden maar de wens is dit onder strikte voorwaarden toe te staan.
- one out, all out: Het is nu zo dat als in een waterlichaam aan één parameter niet voldoet (bijvoorbeeld omdat de norm is overschreden of een vissoort ontbreekt), het hele waterlichaam niet aan de KRW-eisen voldoet. Het one out, all out principe blijft wel van kracht maar er is gevraagd om meer ruimte te bieden om verbetering zichtbaar te maken via aanvullende rapportages.
- Introductie van effect gebaseerde monitoring voor de groep hormoon verstorende stoffen. Hierdoor worden de effecten op de ecologische waterkwaliteit inzichtelijk.
- Er komt een uitzonderingsbepaling voor het lokaal verplaatsen van verontreinigd sediment. Hierdoor wordt het uitvoeren van werkzaamheden zoals baggeren eenvoudiger.
Op 22 december 2027 moeten alle Europese lidstaten (overheden, bedrijven en burgers), voldoen aan de KRW-eisen. Voor bedrijven betekent dit dat zij hun emissies (uitstoot) kennen en het gebruik en de lozing van chemische KRW-stoffen vermijden, minimaliseren of beter zuiveren voor ze lozen. Daarnaast mag het te lozen water niet warmer zijn dan 28 graden Celsius.
Staat jouw vraag er niet bij?
Neem dan kosteloos contact op met de KRW Supportdesk.